Onze Leerlingen

De leerlingen van het Cygnus vormen een diverse mix. Ze vinden het belangrijk dat je op school jezelf kunt zijn en zijn blij dat er ruimte is om eigen interesses te volgen. School is natuurlijk soms hard werken, maar gelukkig staan ze er niet alleen voor.


‘Ik ben Chinees aan het leren. Op school kan ik er nu examen in doen’

‘Ik zit al acht jaar op Chinese les. Ik begon ermee omdat ik oorspronkelijk uit China kom. Ik ben geadopteerd en het leek me leuk om de taal te leren van het land waar ik vandaan kom. Op school kan ik nu het vwo-examen Chinees doen. Dat wil ik graag. Hopelijk leer ik de taal zo goed dat ik ooit nog een tijdje in China kan studeren of werken.

Chinees leren kan best lastig zijn. Je hebt geen letters of alfabet, maar karakters. Die karakters moet je allemaal per stuk onthouden. Als er een ander karakter naast staat, betekenen ze soms iets anders. Ook maakt het uit hoe je een woord uitspreekt. Als het net anders klinkt, kan het iets heel anders betekenen. Je moet dus altijd goed luisteren en op de context letten.

Het helpt dat ik op school veel talen heb. Ik ben het gewend om woordjes te leren. Ook kijk ik soms op Netflix naar een Chinese serie of koop ik een Chinese krant. Ik begrijp er niet altijd wat van, maar soms ineens wel. Dat is geweldig.’

Lili-Cai, jaar 3.

‘We maken op school elk jaar een opera. Zingen is het fijnste wat er is’
‘Ik hoor weleens operazangers en dan denk ik: wow, dat zou ik ook wel willen kunnen. Sinds mijn zevende zing ik al in een koor. Nu mag ik meedoen aan producties van de Nationale Opera.

Zingen is het fijnste wat er is. Soms zingen we een liedje en dan merk ik dat het echt heel mooi is. Zo bijzonder. Al mijn vrije tijd besteed ik aan zingen. Ook op school ben ik er veel mee bezig. Ik doe mee aan muziekvoorstellingen en dit schooljaar was ik engel in het kerstspel.

We maken op school ook elk jaar een opera, helemaal zelf. Je hoeft niet te kunnen zingen of acteren om mee te kunnen doen. Sommige leerlingen dansen, anderen doen de techniek of schrijven het scenario. Er is voor iedereen iets te doen.

Door de voorstellingen word je heel hecht met kinderen uit andere klassen. We oefenen veel samen, altijd op woensdag. Als we net met een nieuwe opera beginnen, is het soms wel even van: oeh, ik weet niet of het nog goed gaat komen. Maar na veel oefenen worden we beter.’

Sophie, jaar 3.


‘Ik zie nooit ongelukkige leerlingen. Iedereen kan hier zijn draai wel vinden’
‘In groep 8 zeiden leraren dat we veel huiswerk op de middelbare school zouden krijgen, maar dat valt tot nu toe echt reuze mee. Ik houd gewoon vrije tijd over. Tijdens de mentorlessen hebben we tips gekregen voor hoe je goed kunt leren. Voor sommige vakken is dat heel handig. Het scheelt echt tijd. Ook vertellen docenten vaak hoe we ons goed op een toets kunnen voorbereiden. Je hoeft niet altijd alles van voor tot achter te kennen.

Ik vind de docenten erg open en aardig. Op school heerst een vrolijke en warme sfeer. Ook al moet je soms hard werken, er zijn altijd wel mensen die je willen helpen. Ik zie nooit ongelukkige leerlingen. Iedereen kan hier zijn draai wel vinden, denk ik.

Het Cygnus was eigenlijk mijn tweede keuze. Ik wilde naar een gymnasium in West. Nu ben ik blij dat ik hier zit, ook al weet ik natuurlijk niet hoe ik het gehad zou hebben als ik op die andere school terechtgekomen was. Ik woon om de hoek van het Cygnus, dus eigenlijk is het wel iets handiger dat ik nu hier zit.’

Kyan, jaar 2.

‘In groep 7 ben ik al wezen kijken. Ik zag mezelf hier al helemaal rondlopen’
‘Eerst vond ik biologie leuk, nu Nederlands en geschiedenis. Ik vind het leuk als ik merk dat wat ik op school heb gehad, ook in praktijk voorkomt. Dat je iets op het nieuws hoort, wat ook bij geschiedenis was. Of laatst was ik een boek voor mijn lijst aan het lezen en toen zag ik er ineens dingen in waar we het ook bij Nederlands over hadden gehad.

Dat heb je niet bij alle vakken, zoals bij wiskunde. Als je een boom ziet, denk je niet: ah, x kwadraat! Wiskunde kan ook leuk zijn hoor, maar op een andere manier, bijvoorbeeld als je een som oplost en merkt dat je het goed kunt.

In groep 7 ben ik al op het Cygnus wezen kijken. Ik was helemaal overdonderd. Iedereen was zo aardig. De sfeer was heel fijn. Ik zag me hier al zelf al helemaal rondlopen. Dat had ik op andere scholen minder. Nu help ik soms bij open dagen. Veel kinderen in groep 8 vinden het lastig om een school te kiezen. Als ik ze iets kan aanraden, is het dit: ga af op wat je voelt. Veel scholen zijn goed, maar je moet je er ook thuis kunnen voelen.’

Leonie, jaar 5, ambassadeur voorlichting.

‘In de vierde mag ik bijles gaan geven. Dat duurt nog even, maar wil ik graag’
‘Ik dacht dat ik heel erg een bèta-iemand was, maar ik blijk ook goed in talen. Vooral Frans en Latijn vind ik leuk. Bij Frans krijgen we les met gebaren. Ik dacht eerst: tja, dan moet je dat met al die gebaren gaan doen. Maar het helpt heel erg, je leert veel beter. Ook gaat het er in het begin om dat je Franse zinnen kunt maken. Hoe je het opschrijft, is nog niet zo belangrijk.

Bij Latijn is het heel levendig. Het is anders dan op andere scholen. De docent spreekt Latijn in de les en je maakt oefeningen over alledaagse dingen.

Ik zou zelf later ook wel docent willen worden. Op de basisschool gaf ik soms al lesjes aan groep 7. Als ik hier in de vierde kom, mag ik huiswerkles gaan geven aan jongere leerlingen. Dat duurt nog even, maar dat wil ik graag gaan doen.’

Dominique, jaar 1.

‘Door kunstschaatsen heb ik geleerd om door te zetten, ook op school’
‘Sinds mijn zesde doe ik aan kunstschaatsen op hoog niveau. Ik oefen bijna dagelijks, voor en na school, dus twee keer per dag. Ik heb het nodig, ik moet bewegen, anders word ik onrustig.

Door het kunstschaatsen heb ik minder faalangst. Vroeger kon ik zo zenuwachtig zijn als ik een wedstrijd had. Maar nu heb ik dat veel minder. Ik heb geleerd om door te zetten, om ervoor te gaan. Op school heb ik het hierdoor ook makkelijker gekregen. Het is minder eng geworden om presentaties te geven.

Tot een tijdje terug deed ik mee aan de Nederlandse kampioenschappen voor kunstschaatsen. Maar ik heb dyslexie en moest meer aandacht aan school gaan schenken. Ik ben vaak meer tijd kwijt aan huiswerk en toetsen dan andere leerlingen.

Laatst had een docent speciaal voor mij een toets met grotere letters gemaakt, zodat ik het beter kon lezen. Dat was heel aardig. De docenten houden veel rekening met mijn dyslexie. Als ik een spelfout maak, dan weten ze waardoor het komt. Ik oefen veel met lezen en schrijven. Het gaat steeds beter. Het is net als met kunstschaatsen: door hard te werken kom ik er wel.’

Dana, jaar 3.


‘Het leuke aan onderzoek is dat je nieuwe kanten van een onderwerp ontdekt’
‘Twee jaar geleden heb ik voor het verrijkingsproject Ad Astra zelf een onderzoek gedaan. Het ging over zitten als het nieuwe roken. Eerst keek ik waarom lang zitten slecht is en toen heb ik uitgezocht hoe we dit kunnen verbeteren, ook hier op school. Ik heb er een krant over gemaakt en later een presentatie over gegeven aan medeleerlingen, ouders en docenten. Tijdens de presentatie vroeg ik iedereen in de zaal om te gaan staan. Dat deden ze!

Het leuke aan onderzoek doen is dat je nieuwe kanten van een onderwerp leert kennen, maar het is soms ook lastig. Ik moest er wel mee leren omgaan dat niet alles meteen uitpakte zoals ik wilde.

Het verrijkingsproject is alleen in jaar 2 en 3, maar ook in de jaren erna kun je op school veel extra’s doen. Zo konden we dit jaar weer naar de hoogbegaafdendag in Utrecht. Dan zijn er lezingen over supergave onderwerpen, zoals 3D-printen van organen of hoe stamcellen werken. Ik ontmoette allerlei leerlingen die dat ook interessant vonden. Heel bijzonder.’

Fenna, jaar 5, ambassadeur voorlichting.

‘Dankzij de schoolkrant ontmoet ik leerlingen uit alle jaren’
‘In de tweede klas ging ik bij de redactie van de schoolkrant, sinds de vierde klas ben ik hoofdredacteur. We streven ernaar om vier keer per jaar te verschijnen. Vaak wordt het maar drie keer, maar dat geeft niet.

Schrijven voor de schoolkrant is een goede manier om nieuwe mensen te leren kennen. Ik kom leerlingen uit alle jaren tegen. Anders zou ik ze misschien ook wel tegenkomen, maar minder snel.

We zoeken altijd nieuwe mensen. Je kunt bij ons van alles schrijven. We plaatsen stukjes voor de lol, maar ook serieuze dingen. We hebben bijvoorbeeld de rubriek De groene zwaan, waarin we kijken wat we op school kunnen doen om milieuvriendelijker te zijn. We krijgen vaak positieve reacties, of leerlingen vragen wanneer-ie nou ’s uit komt. Dat kun je zien als een compliment.

Ik hou erg van schrijven en blijf misschien ook wel schrijven als ik klaar ben met school, maar ik wil geen taal studeren of zo. Ik wil liever iets met techniek of muziek gaan doen.’

Janko, jaar 6, hoofdredacteur schoolkrant Cygnus X-1.

‘Bij Ad Astra kon ik iets doen wat ik al lang wilde: een stripboek maken’

‘Op school maak ik een stripboek binnen het verrijkingsprogramma Ad Astra. Het verhaal gaat over een meisje dat een superheld is. Ze verslaat criminelen. Als ze knipoogt naar iemand, dan is die persoon uitgeschakeld.

Ik wilde al lang zoiets maken. Toen hoorde ik van het verrijkingsprogramma en dacht ik: nu kan het. Met de docent heb ik een plan gemaakt. In april ga ik mijn boek presenteren aan andere leerlingen en ouders.

Soms zit ik ook tijdens de les te tekenen. Dat mag eigenlijk niet, maar ik kan het niet laten. Dan teken ik weleens docenten. Ik maak ze blij of boos, en dan ik schrijf er iets grappigs bij.

Ik ben fan van anime. Dat zijn geanimeerde tekenstrips uit Japan. Vorig jaar heb ik besloten om ook Japans te gaan leren. Dat doe ik online, met een app voor woordjes en grammatica. Het is best lastig, maar ik heb een vriendin op school die Chinees kan en zij helpt me soms met de tekens.’
 
Savo, jaar 3.

‘Het is soms zwaar op school, maar ik ben toch heel tevreden’
‘Latijn vind ik nu een van de leukste vakken. Voorheen lette ik niet zo goed op en begreep ik niet altijd waar het over ging. Maar ik ben er harder voor gaan werken na de laatste toets.

Dit jaar lezen we teksten van filosofen, zoals Seneca. Seneca zegt dingen waarover je kunt nadenken. De teksten gaan over wat belangrijk is in het leven. Ze klinken diep. Dat vind ik mooi.

Het is nu even zwaar op school. Wat je in de vijfde doet, kan gaan meetellen in selecties van vervolgstudies. Ik merk dat ik door die druk niet altijd zo gemotiveerd ben. Toch ben ik tevreden over hoe het op school gaat en ik ben er ook echt trots op dat ik al zo ver ben gekomen.

Van kinds af aan wilde ik dokter worden, maar de laatste tijd twijfel ik. Er zijn ook andere interessante studies. Misschien kan ik beter iets in de economische richting gaan doen.’

Anna, jaar 5.


‘Op school heb ik ontdekt dat je over techniek soms niet te veel moet nadenken’
‘Sinds vorig jaar zorg ik voor de techniek tijdens presentaties in de aula. Ik ben een van de weinigen op school die begrijpt hoe de apparatuur werkt. Het is meestal niet ingewikkeld. Je moet er vooral niet te veel over nadenken, maar gewoon aansluiten en dan werkt het meestal wel. Ik heb geholpen bij het kerstconcert, de Sound of Cygnus, lezingen - van alles eigenlijk.

We hebben een 24-kanaals mengpaneel. Dat is bijzonder. Van elke microfoon komt er een kabel binnen. Met het mengpaneel zet je de geluiden op de juiste volumes en dan stuurt het mengpaneel alles door naar de speakers. Ik zet alles ruim van tevoren klaar. Ik heb eigenlijk nooit last van stress.

Later wil ik iets technisch gaan doen, maar ik weet nog niet wat precies, misschien maritieme techniek. Ik ben een echte bèta-leerling. Bij de bèta-vakken is alles rechtlijnig en logisch. Gewoon dit is het. Je hoeft geen lang verhaal te schrijven om iets te onderbouwen. Dat past goed bij mij.’

Arthur, jaar 5.


‘Soms zijn de leerlingen een beetje gek, maar leuk gek. Je mag hier anders zijn’
‘Toen ik voor het eerst naar een bijeenkomst van Gender and Sexuality Alliance ging als tweedeklasser, was ik superzenuwachtig. Het was spannend, maar ook heel gezellig. Sinds vorig jaar ben ik voorzitter. We organiseren activiteiten waar iedereen welkom is, zoals feesten als Paarse Vrijdag. Op die dag moedigen we iedereen om paars aan te trekken. Dit jaar hebben we paarse polsbandjes uitgedeeld. Die waren superpopulair. We hadden muziek in de pauze, paarse lichtjes in de hal en een prijs voor beste paarse outfit. Voor alle docenten had ik een paars strikje gemaakt dat ze tijdens de les op konden doen.

Je hoeft niet gay te zijn om mee te doen aan de activiteiten van GSA. Als je vragen hebt of wilt praten, kun je bij ons terecht. Op school heerst een goede, inclusieve sfeer. De meeste mensen zijn open minded, typisch Amsterdams. Soms zijn ze een beetje gek, maar leuk gek. Je mag hier anders zijn.

Laatst is het gelukt om een genderneutraal toilet op de eerste verdieping van de school te krijgen. Van mij hoeven niet alle toiletten genderneutraal. Het gaat erom dat iedereen zich veilig kan voelen. Als je liever naar een vrouwen- of mannentoilet gaat, moet dat kunnen.’

Yvonne, jaar 5, voorzitter GSA Cygnus.


‘De keuze voor het Cygnus was het beste besluit in mijn leven’
‘Het Cygnus is een goede school. Als je hier net komt, hoef je niet bang te zijn voor de bovenbouwers. Iedereen is heel aardig. Ook de docenten.

Al vóór de open dag wist ik dat graag hierheen wilde, maar na de voorlichtingsbijeenkomst wist ik het zeker. Het Cygnus geeft je een ander gevoel dan andere scholen. Je bent hier veel actiever bezig met lesstof, waardoor de lessen leuker zijn.

Zo begin je bij Latijn op de meeste scholen direct met vertalen en woordjes leren. Bij ons niet. De docent spreekt ons vaak in het Latijn aan. Ik heb geleerd in het Latijn te zeggen hoe ik heet en waar ik woon. Ook kan ik vertellen over dingen die je thuis of buiten kunt doen.

Als we teksten lezen, is het belangrijk dat we begrijpen wat er staat. Vertalen komt daarna pas. Zo hebben we een verhaal gelezen over kinderen die naar school gaan en vervolgens besproken waar het over ging en wat de verschillen zijn met nu. Ik begrijp het Latijn hierdoor beter. Het komt meer tot leven.
Ik ben nog altijd blij dat ik voor het Cygnus heb gekozen. Het was het beste besluit in mijn leven.’

Aryan, jaar 2.